Hoek van Holland - Staelduinen

Bij Bonnenlaan 12 staat deze paal. De tekst verwijst naar buitendijks land, wat destijds 9 meter boven DP, Delfts Peil lag. Duinland wellicht.

Bij Bonnenlaan 6

Van Oosthuijzelaan 15. De naam van de straat verwijst naar een van de vroegere eigenaren van dit gebied. De heer N.W.M. Sosef, wonend op de "Hilwoning" schrijft hierover: "Zo rond 1800 verwierf de familie v. Oosthuyze uit Den Haag land in het Nieuwland. Het was een zeer welgestelde familie die rijk geworden was van de handel in levensmiddelen, brandstof en kledij met zowel het Franse als het Bataafse leger. P.J. v. Oosthuyze was gehuwd met Margareta de Jongh en ze hadden 1 dochter Hendrica. De van Oosthuijzelaan en de de Jonghlaan nabij het Staelduin zijn naar hen vernoemd. J.J. v. Rijckevorsel (1785) afkomstig uit Brabant en eveneens welgesteld trouwt met Hendrica. In 1831 werd hij wegens zijn verdiensten in de adelstand verheven – Jonkheer en later baron. Hun zoon Augustinus v. Rijckevorsel (A.J.A.) kan beschouwd worden als de ontginner van het Staelduin.

Vijf van deze palen, die allemaal identiek zijn op de hoek van de Van Oosthuijzelaan en de Staelduinlaan.

Haakweg 19

Hooge Nesse

Grenspaal uit 1761 van de Hooge Nesse polder. De tekst op de paal is niet helemaal meer te lezen. Ik lees zoiets als: "1761 DIT SHYD VAN DEN DYK TUSSEN BYD HOOGE NESSEN"
Ontcijferd met behulp van Aafko Tuin. Nes(se) is een oud woord voor buitendijks land, dat vroeger veel gebruikt werd in Nederland. Je ziet het terugkomen in veel plaatsnamen, bijvoorbeeld Pernis, Eemnes en dus de polder Hooge Nesse.

Naaldwijk

Deze paal staat in de tuin van de kapel bij het Heilige Geesthofje in Naaldwijk. In 1740 werd deze paal neergezet om de visserijgrens aan te duiden tussen de Hollandse en de Pruissische viswateren. De paal stond waarschijnlijk bij de Oranjepolder. Deze polder en het ten zuiden daarvan gelegen buitendijkse land, waren bezit van de familie Oranje-Nassau. Na het overlijden van Willem III zijn de Westlandse bezittingen via vererving in handen gekomen van de Koning van Pruisen. De visserijrechten van de Maas vielen hier ook onder, deze paal gaf de grens aan van die visserijrechten. De paal is ooit bij grondwerk tevoorschijn gekomen, maar er is niet helemaal duidelijk waar en wanneer, waarschijnlijk ergens langs het Oranjekanaal in Maasdijk of op het grondgebied van 's-Gravenzande.

Voor het Westlands Museum zijn drie grenspalen opgesteld. De hoogste grenspaal geeft de grens aan tussen gemeent Monster en Naaldwijk en stond in Kwintsheul achter de pastoor Vinkesteijnstraat. Tot 1957 liep daar de grens tussen Naaldwijk en Monster, In dat jaar is dat helemaal veranderd, omdat het dorp Kwintsheul tot die tijd over drie gemeenten was verdeeld, Monster, Naaldwijk en Wateringen. In 1957 kwam het gehele dorp onder Wateringen. Nu is alles gemeente Westland.

De paal met de uitzonderlijke inscriptie "GRENSPAAL", stond op de grens tussen 's-Gravenzande en Monster, waar de 's-Gravenzandseweg (in Monster) overgaat in de Monsterseweg (in 's-Gravenzande). Deze paal is enkele jaren geleden bij een wegreconstructie opgedolven. De paal is waarschijnlijk onder de grond terecht gekomen bij de aanleg van de nieuwe provinciale weg ca. 1931, de oude middeleeuwse weg is toen nl. iets verlegd.

Dan nog een kop van een visserijgrenspaal, met dezelfde geschiedenis als die hierboven. Die paal in het H. Geesthofje van Naaldwijk behoort eigenlijk ook tot de collectie van het Westlands Museum. Vroeger was daar het streekmuseum in de kapel. Het H. Geesthofje is enkele jaren geleden verkocht en toen zijn alle grenspalen en overige stenen naar het museum overgebracht. Bij de verhuizing is de grote visserijpaal over het hoofd gezien. Het is wel de bedoeling dat die ooit nog een keer naar het museum komt. Het museum heeft nog een paar kleinere stenen in bezit, gedeeltelijk in de opslag en gedeeltelijk in de vaste expositie. 
Informatie bij deze foto's van Ton Immerzeel, conservator van het Westlands Museum.

Bolnes

Een stevige grenspaal, op de grens van Rotterdam en Ridderkerk. Nog steeds light daar de gemeentegrens, kennelijk al enkele 100en jaren, want op de paal staat: 1716. De plaatsnamen die vermeld worden zijn: Ridderk en Ysselmonde. Staat op de Oostdijk, bij de werf Bolnes.

Puttershoek en Schiedam

Deze paal, met de inscriptie MD/PH (van Maasdam/Puttershoek) staat nu bij Kastanjelaan 2, in Puttershoek. De gemeente Maasdam is niet zo geschiedenis bewust, dus ze hebben de paal een aantal jaren geleden van de historische plaats verwijderd, omdat de paal "geen nut meer had". De heemschut vereniging heeft de paal van de gemeentewerf gehaald en opgesteld op eigen grond.
Een grenspaal met de inscripties: Delfland/Schieland. Het is dus een grenspaal van de betreffende waterschappen. Staat bij de kuising Vlaardingerstraat/Westvest.

Oostvoorne

Deze grenspaal staat aan de Gorslaan, in een privétuin. De inscripties luiden: GEN:DYKAGIE VOORNE en EYGENAREN VAN KLEYBURG. De Generale Dijkage Voorne is in 1858 opgegaan in Hoogheemraadschap Voorne. Kleyburg verwijst naar een polder tussen Oostvoorne en Brielle, die in 1701 in de golven is verdwenen. De huidige golfbaan met die naam is een klein gedeelte van de polders. Het kan dus zijn dat de paal niet meer op de oorspronkelijke plaats staat, want de huidige Heindijk was de begrenzing van de polder Kleyburg. Echter op een ongedateerde kaart van de polder, zijn de gorzen bij ten zuidwesten van de polder aangeduid als "Gorsingen van Oud en Nieuw Kleyburg. Het zou dus kunnen zijn dat de paal in de gorzen heeft gestaan en dan is de huidige plaats zeker in de buurt.

Quack en Schapegors

Deze paal, die zich bij het Jachthuis Strypemonde bevindt, is aan restauratie toe. Oorpronkelijk bevond zich deze paal aan de grenzen van de polder van Quack, ten zuiden van Rockanje.
Detail van de inscriptie "Quack".
De Quack polder werd in 1475 bedijkt. Interessant is hoe die polder aan zijn naam komt. Grote vraag is: is de familienaam Quack verbonden met de polder of niet. En zo ja: is de polder naar iemand vernoemd of heeft de polder de naam aan de familie gegeven?Genealogische woordenboeken noemen bij het woord kwak (quack of quak) een groot aantal betekenissen: van klanknabootsing van verschillende dieren tot het neerkwakken van iets, dranksoorten (jenever, bier), een vissersboottype en het spelbord (quaecbort).
Het zou kunnen zijn dat de polder De Quack zijn naam heeft door een zinspeling op de slikgrond of een verwijzing is naar de vogelsoort kwak, een reigersoort. In dat geval zou De Quack en het nabije Quackjeswater naar de hier broedende vogelsoort genoemd kunnen zijn.
De eerste van de palen van het Schapegors. Ook aan herstel toe, dat is al eens eerder gebeurd, getuige de ijzeren klampen waarmee het bovenstuk op de voet is bevestigd.
De palen zijn vele jaren geleden gered van de ondergang door de eigenaar van het landgoed, bij het verdwijnen van de functie van de palen als grenspaal van het ambacht en later het waterschap.
De tweede paal is nog helemaal gaaf.

Detail van de inscriptie "Schaepegors" , bij deze paal mooi bewaard gebleven.
Het Schapegors is een polder ten zuiden van Rockanje, tegen de Quackpolder aan. Al vroeg samengegaan met de ernaast gelegen St. Annapolder.
Gorzen zijn buitendijkse aangeslibde gebieden, aangezien daar al gauw gras groeit, was het aantrekkelijk er schapen te weiden. Toen het gebied was ingepolderd, heeft het zijn naam behouden.

De palen van Quack en Schapegors staan op niet-toegankelijk privé terrein.

Heenvliet-Geervliet

Geervliet, aan het begin van het Tolpad.
De eerste vermeldingen van Geervliet houden verband met de aldaar in 1179 gevestigde tol op de Bernisse, een brede vaarweg die de eilanden Voorne en Putten van elkaar scheidde. Mogelijk was deze tol gevestigd op een stelle of terp.
Al in 1246 noteert een heer van Putten: 'in mijn winning in Geervliet'. Na 1304 werd Geervliet zetel van het bestuur van Putten.
Toen de Bernisse verlandde ging men tol op de dijk naar Heenvliet heffen.




De inscripties op de paal


Op de markt van Heenvliet vinden we deze authentieke grenspaal.
Heenvliet is een plaats met een rijke geschiedenis. Zo is het marktplein volledig bewaard gebleven en is dan ook één van de mooiste van Voorne en Putten. De geschiedenis van Heenvliet gaat terug tot ver voor 1469, toen het stadsrechten verkreeg.

Vrijpalen Brielle

We gaan om Brielle heen, met de klok mee en beginnen aan de Waterweg.
De eerste vermelding van grenspalen rond Brielle dateert van 1590. Het stadsbestuur had toen opdracht gegeven om rond de stad palen te zetten op de grens van de stedelijke vrijheid. Deze vrijheid strekte zich uit over vijftig roeden (ca. 200m) vanaf de veste. Op 400 roeden (ca. 1500m) moest een tweede rij palen opgericht worden. Zover strekte de vrijdom van de stad zich weliswaar niet uit, maar de stad kon er wel zekere rechten doen gelden. Bij een opmeting in 1735 was er sprake van vijf palen. De eerste (deze dus) stond op de grens met Zwartewaal en heette dan ook de Zwartewaalse vrijpaal; de volgende stond aan de Hossebosdijk tegenover de Slikheul. De derde was geplaatst op de hoek Rijksstraatweg-Spuilaan), de vierde aan de Rik. De laatste op de Polderdijk (huidige Bollaarsdijk). Bij latere opmetingen stonden er ook palen op de Oosterlandsedijk en de Schrijversdijk. Die laatste is nog niet teruggeplaatst.

Deze paal staat aan de vd Bogertweg/hoek Spuilaan.

Hoe de grens- of vrijpalen eruit hebben gezien is niet precies bekend. Er waren palen uitgevoerd als monumenten, compleet met wapens en opschriften of ornamenten. Het meest voorkomend was echter de houten paal. Dit geldt in elk geval voor Voorne-Putten. Het opschrift op de palen was in veel gevallen beperkt tot de naam van de polder of het ambacht. Dit opschrift en eventuele wapen was, in tegenstelling tot onze moderne gemeenteborden, naar binnen gekeerd en gaf dus niet het begin aan van het gebied maar het einde, de limiet. Om deze reden werd de paal ook wel de limietpaal genoemd. Wat overigens letterlijk ook weer grenspaal betekent.
Den Briel verkreeg in 1330 stadsrechten van Gerard van Voorne. In 1338 krijgt de stad toestemming voor het bouwen van vestingwerken.
Het oudste zegel dateert echter al van voor de verlening van de stadsrechten, het hangt aan een oorkonde uit 1326. Het zegel vertoont een gegolfde paal, met aan weerskanten een omlaag gerichte vis.
Aan het eind van de 17e eeuw komen zegels in gebruik met daarop het stadswapen. Het wapen is waarschijnlijk afgeleid van het oudste zegel, namelijk een paal van keel (rood). De oudst bekende gekleurde afbeelding werd ontdekt bij de restauratie van de Sint Catharijnekerk. De muurschildering dateert uit het eind der 15e eeuw.
Het bordje op de palen.
Aan de Hossenbosdijk.

De houten palen moesten vanzelfsprekend regelmatig vervangen worden. Toen het gebruik van de grenspalen echter begon af te nemen werden zij in veel gevallen niet meer vervangen en verdwenen zij langzamerhand uit het landschap. Slechts twee palen stonden aanvang 2002 in Brielle nog overeind. Op de Bollaarsdijk en op de Oosterlandsedijk, elk op ongeveer honderd meter vanaf het water van de Lange Vest. De simpele witte houten palen staken bijna twee meter boven de grond uit en zijn omstreeks 1950 geplaatst ter vervanging van oudere palen. Deze palen dienden als voorbeeld voor de nieuwe, in duurzaam beton uitgevoerde palen.
Aan de Rik.

Op woensdag 27 februari 2002 heeft Brielle zijn vrijpalen teruggeplaatst. Wethouder van openbare werken A. Mans plaatste om 16.00 uur de eerste grenspaal aan de Langesingel, nabij de kruising met de Watersingel.
Bollaarsdijk.
Oosterlandsedijk.
De teksten bij deze foto's van de Brielse vrijpalen zijn voornamelijk ontleend aan: A.A. van der Houwen, Brielle begrensd; de grenspalen van Brielle, in: Brielse Mare, mededelingen en historische bijdragen van de vereniging Vrienden van het historisch museum Den Briel, 10-2 (2000) 11-16.

Abbenbroek - Visserijpalen

Aan de Katerwaalsedijk, waar die overgaat in de Boomweg.
Onder het gemeentewapen staat de tekst ingebeiteld:
PRIVATIEVE VISSERIJ VAN ABBENBROEK.

Bij Molendijk 1, niet ver van de Katerwaalsedijk. De palen zijn replica's. Het verhaal van de herplaatsing moet ik nog achterhalen.
Hoewel ´broek´in de plaatsnaam hier moerasgebied betekent, is al sinds 1346 een wapen bekend met daarop een (korte) broek. Het komt dan namelijk voor op het zegel van Jan Aernoutz van den Broeke aan een document waarbij 200 roeden grond in de heerschappij van Abbenbroek verkocht worden. Het moerasgebied in en rond het dorp was oorspronkelijk in handen van de abdij van Echternach, wat de naam verder verklaart (abdij-broek). Het wapen is dus kennelijk sprekend bedoeld.
Over de kleuren van het wapen bestaat veel onenenigheid. Bij de aanvraag van het wapen in 1815 werd de broek van zilver op rood aangegeven. In de Nederlandsche Stads en Dorpsbeschrijver (1793) is de broek echter van goud, terwijl Beelaerts van Blokland een paar decennia eerder een zwarte broek op een zilveren veld geeft.


Bij de kruising van de Achterdijk en de Haasdijk.

Het is onduidelijk wanneer de polder van Abbenbroek bedijkt is, maar het oudste gedeelte - het Oudeland - moet in ieder geval vóór 1200 zijn ingepolderd. Abbenbroek was op dat moment nog maar een geïsoleerd eilandje in een waterrijk gebied. In de nabijheid lagen weliswaar opgeslibte gorzen, maar deze waren onbewoond en het zou nog ruim een eeuw duren voordat deze gebieden eveneens werden ontgonnen. In 1337 werd bijvoorbeeld het ‘Oude-Nieuweland' ingepolderd. De gunstige ligging langs de goed bevaarbare rivier De Bernisse zorgde ervoor dat Abbenbroek een zekere mate van welvaart genoot.
Aan de Stationsweg, 300m zuid van de kruising met de Haasdijk.

Abbenbroek bezat een bijzondere juridische status. Reeds bij de allereerste vermelding in 1206 wordt duidelijk dat ‘Appenbruech' niet tot de heerlijkheid Voorne behoorde, maar als zelfstandige eenheid moest worden beschouwd. Dat wordt in een akte uit 1220 nog eens bevestigd, wanneer Dirk van Voorne een groot deel van Zuidwest Voorne aan Abdij ter Doest schonk. Hierbij werd Abbenbroek buiten beschouwing gelaten. Het geslacht Van Abbenbroek had het gebied in bruikleen van de graaf van Holland onder Zeeuwse rechte.

Zuid-Holland - Zeeland

Sommelsdijk was in 1782 nog een Zeeuwse enclave op het huidige eiland Goeree-Overflakkee, dat toen ook al tot Holland behoorde. Het jaartal 1782 staat in de paal gehakt, die bij het herplaatsen verkeerd om is neergezet. De paal staat aan de Oostdijk, op de gemeentegrens met Middelharnis.
Er was ook een Hollandse enclave in Zeeland: Bommenee, een grenspaal waar die naam op voorkomt vinden we nog op Schouwen-Duiveland.

Delft

De eerste paal van Delft vinden we in de noord-oostelijke hoek van het recreatie gebied Delftse Hout, aan de Tweemolentjeskade / Hazepad.
Deze paal staat ingeklemd tussen een bushokje en de gemeenteborden van Delft/Delfgauw, aan de Delfgauwse weg.
Verder naar het zuiden aan de Schieweg, staat de derde paal.
Deze grenspaal heeft een geschiedenis achter zich van beschadiging, verdwijning, reparatie en herplaatsing. Hij staat op deze plek sedert de zomer van 2004 op de gemeentegrens.
Meer informatie over deze en de andere Delftse palen in een artikel van Wim Weve in het 14e jaarboek (2004) van de Historische Vereninging Delfia Batavorum (blz 137-145).
Het wapen van Delft bestaat uit een zilveren schild met daarin een verticale zwarte balk (de zg. paal), vaak afgebeeld met golfjes erin. Deze balk staat voor een gracht ("delft"). Op de achtergrond de Delftse Schie.
Deze paal die afwijkt van de vorige drie, staat aan de Abtswoude, waar die overgaat in de Harreweg. Het is een Toscaanse zuil, waarschijnlijk afkomstig van een gebouw.