Zuid-Holland I
Van Delft naar Goeree-Overflakkee
Hoek van Holland - Staelduinen
Hooge Nesse
Ontcijferd met behulp van Aafko Tuin. Nes(se) is een oud woord voor buitendijks land, dat vroeger veel gebruikt werd in Nederland. Je ziet het terugkomen in veel plaatsnamen, bijvoorbeeld Pernis, Eemnes en dus de polder Hooge Nesse.
Naaldwijk
Informatie bij deze foto's van Ton Immerzeel, conservator van het Westlands Museum.
Bolnes
Puttershoek en Schiedam
Oostvoorne
Quack en Schapegors
De Quack polder werd in 1475 bedijkt. Interessant is hoe die polder aan zijn naam komt. Grote vraag is: is de familienaam Quack verbonden met de polder of niet. En zo ja: is de polder naar iemand vernoemd of heeft de polder de naam aan de familie gegeven?Genealogische woordenboeken noemen bij het woord kwak (quack of quak) een groot aantal betekenissen: van klanknabootsing van verschillende dieren tot het neerkwakken van iets, dranksoorten (jenever, bier), een vissersboottype en het spelbord (quaecbort).
Het zou kunnen zijn dat de polder De Quack zijn naam heeft door een zinspeling op de slikgrond of een verwijzing is naar de vogelsoort kwak, een reigersoort. In dat geval zou De Quack en het nabije Quackjeswater naar de hier broedende vogelsoort genoemd kunnen zijn.
De palen zijn vele jaren geleden gered van de ondergang door de eigenaar van het landgoed, bij het verdwijnen van de functie van de palen als grenspaal van het ambacht en later het waterschap.
De tweede paal is nog helemaal gaaf.
Detail van de inscriptie "Schaepegors" , bij deze paal mooi bewaard gebleven.
Het Schapegors is een polder ten zuiden van Rockanje, tegen de Quackpolder aan. Al vroeg samengegaan met de ernaast gelegen St. Annapolder.
Gorzen zijn buitendijkse aangeslibde gebieden, aangezien daar al gauw gras groeit, was het aantrekkelijk er schapen te weiden. Toen het gebied was ingepolderd, heeft het zijn naam behouden.
De palen van Quack en Schapegors staan op niet-toegankelijk privé terrein.
Het Schapegors is een polder ten zuiden van Rockanje, tegen de Quackpolder aan. Al vroeg samengegaan met de ernaast gelegen St. Annapolder.
Gorzen zijn buitendijkse aangeslibde gebieden, aangezien daar al gauw gras groeit, was het aantrekkelijk er schapen te weiden. Toen het gebied was ingepolderd, heeft het zijn naam behouden.
De palen van Quack en Schapegors staan op niet-toegankelijk privé terrein.
Heenvliet-Geervliet
De eerste vermeldingen van Geervliet houden verband met de aldaar in 1179 gevestigde tol op de Bernisse, een brede vaarweg die de eilanden Voorne en Putten van elkaar scheidde. Mogelijk was deze tol gevestigd op een stelle of terp.
Al in 1246 noteert een heer van Putten: 'in mijn winning in Geervliet'. Na 1304 werd Geervliet zetel van het bestuur van Putten.
Toen de Bernisse verlandde ging men tol op de dijk naar Heenvliet heffen.
De inscripties op de paal
|
Heenvliet is een plaats met een rijke geschiedenis. Zo is het marktplein volledig bewaard gebleven en is dan ook één van de mooiste van Voorne en Putten. De geschiedenis van Heenvliet gaat terug tot ver voor 1469, toen het stadsrechten verkreeg.
Vrijpalen Brielle
De eerste vermelding van grenspalen rond Brielle dateert van 1590. Het stadsbestuur had toen opdracht gegeven om rond de stad palen te zetten op de grens van de stedelijke vrijheid. Deze vrijheid strekte zich uit over vijftig roeden (ca. 200m) vanaf de veste. Op 400 roeden (ca. 1500m) moest een tweede rij palen opgericht worden. Zover strekte de vrijdom van de stad zich weliswaar niet uit, maar de stad kon er wel zekere rechten doen gelden. Bij een opmeting in 1735 was er sprake van vijf palen. De eerste (deze dus) stond op de grens met Zwartewaal en heette dan ook de Zwartewaalse vrijpaal; de volgende stond aan de Hossebosdijk tegenover de Slikheul. De derde was geplaatst op de hoek Rijksstraatweg-Spuilaan), de vierde aan de Rik. De laatste op de Polderdijk (huidige Bollaarsdijk). Bij latere opmetingen stonden er ook palen op de Oosterlandsedijk en de Schrijversdijk. Die laatste is nog niet teruggeplaatst.
Deze paal staat aan de vd Bogertweg/hoek Spuilaan.
Hoe de grens- of vrijpalen eruit hebben gezien is niet precies bekend. Er waren palen uitgevoerd als monumenten, compleet met wapens en opschriften of ornamenten. Het meest voorkomend was echter de houten paal. Dit geldt in elk geval voor Voorne-Putten. Het opschrift op de palen was in veel gevallen beperkt tot de naam van de polder of het ambacht. Dit opschrift en eventuele wapen was, in tegenstelling tot onze moderne gemeenteborden, naar binnen gekeerd en gaf dus niet het begin aan van het gebied maar het einde, de limiet. Om deze reden werd de paal ook wel de limietpaal genoemd. Wat overigens letterlijk ook weer grenspaal betekent.
Het oudste zegel dateert echter al van voor de verlening van de stadsrechten, het hangt aan een oorkonde uit 1326. Het zegel vertoont een gegolfde paal, met aan weerskanten een omlaag gerichte vis.
Aan het eind van de 17e eeuw komen zegels in gebruik met daarop het stadswapen. Het wapen is waarschijnlijk afgeleid van het oudste zegel, namelijk een paal van keel (rood). De oudst bekende gekleurde afbeelding werd ontdekt bij de restauratie van de Sint Catharijnekerk. De muurschildering dateert uit het eind der 15e eeuw.
De houten palen moesten vanzelfsprekend regelmatig vervangen worden. Toen het gebruik van de grenspalen echter begon af te nemen werden zij in veel gevallen niet meer vervangen en verdwenen zij langzamerhand uit het landschap. Slechts twee palen stonden aanvang 2002 in Brielle nog overeind. Op de Bollaarsdijk en op de Oosterlandsedijk, elk op ongeveer honderd meter vanaf het water van de Lange Vest. De simpele witte houten palen staken bijna twee meter boven de grond uit en zijn omstreeks 1950 geplaatst ter vervanging van oudere palen. Deze palen dienden als voorbeeld voor de nieuwe, in duurzaam beton uitgevoerde palen.
Op woensdag 27 februari 2002 heeft Brielle zijn vrijpalen teruggeplaatst. Wethouder van openbare werken A. Mans plaatste om 16.00 uur de eerste grenspaal aan de Langesingel, nabij de kruising met de Watersingel.
De teksten bij deze foto's van de Brielse vrijpalen zijn voornamelijk ontleend aan: A.A. van der Houwen, Brielle begrensd; de grenspalen van Brielle, in: Brielse Mare, mededelingen en historische bijdragen van de vereniging Vrienden van het historisch museum Den Briel, 10-2 (2000) 11-16.
Abbenbroek - Visserijpalen
Onder het gemeentewapen staat de tekst ingebeiteld:
PRIVATIEVE VISSERIJ VAN ABBENBROEK.
Over de kleuren van het wapen bestaat veel onenenigheid. Bij de aanvraag van het wapen in 1815 werd de broek van zilver op rood aangegeven. In de Nederlandsche Stads en Dorpsbeschrijver (1793) is de broek echter van goud, terwijl Beelaerts van Blokland een paar decennia eerder een zwarte broek op een zilveren veld geeft.
Het is onduidelijk wanneer de polder van Abbenbroek bedijkt is, maar het oudste gedeelte - het Oudeland - moet in ieder geval vóór 1200 zijn ingepolderd. Abbenbroek was op dat moment nog maar een geïsoleerd eilandje in een waterrijk gebied. In de nabijheid lagen weliswaar opgeslibte gorzen, maar deze waren onbewoond en het zou nog ruim een eeuw duren voordat deze gebieden eveneens werden ontgonnen. In 1337 werd bijvoorbeeld het ‘Oude-Nieuweland' ingepolderd. De gunstige ligging langs de goed bevaarbare rivier De Bernisse zorgde ervoor dat Abbenbroek een zekere mate van welvaart genoot.
Abbenbroek bezat een bijzondere juridische status. Reeds bij de allereerste vermelding in 1206 wordt duidelijk dat ‘Appenbruech' niet tot de heerlijkheid Voorne behoorde, maar als zelfstandige eenheid moest worden beschouwd. Dat wordt in een akte uit 1220 nog eens bevestigd, wanneer Dirk van Voorne een groot deel van Zuidwest Voorne aan Abdij ter Doest schonk. Hierbij werd Abbenbroek buiten beschouwing gelaten. Het geslacht Van Abbenbroek had het gebied in bruikleen van de graaf van Holland onder Zeeuwse rechte.
Zuid-Holland - Zeeland
Er was ook een Hollandse enclave in Zeeland: Bommenee, een grenspaal waar die naam op voorkomt vinden we nog op Schouwen-Duiveland.
Delft
Deze grenspaal heeft een geschiedenis achter zich van beschadiging, verdwijning, reparatie en herplaatsing. Hij staat op deze plek sedert de zomer van 2004 op de gemeentegrens.
Meer informatie over deze en de andere Delftse palen in een artikel van Wim Weve in het 14e jaarboek (2004) van de Historische Vereninging Delfia Batavorum (blz 137-145).
Abonneren op:
Posts (Atom)